afhouden van (v) (ontraden) | déconseiller (v) (ontraden) |
afhouden van (v) (ontraden) | décourager (v) (ontraden) |
afhouden van (v) (ontraden) | détourner (v) (ontraden) |
afhouden van (v) (preventie) | dissuader de (v) (preventie) |
afhouden van (v) (ontraden) | dissuader (v) (ontraden) |
afhouden van (v) (preventie) | empêcher de (v) (preventie) |